Info Golf hole

Doel van de regel:

Regel 1 introduceert de volgende grondbeginselen van het spel:

  • Speel de baan zoals je hem aantreft en speel de bal zoals hij ligt.

  • Speel volgens de regels en in de geest van het spel, “The Spirit of the Game”.

  • Als je een regel overtreedt, ben jij zelf verantwoordelijk om je straffen toe te passen, zodat je geen mogelijk voordeel behaalt op je tegenstander bij matchplay of andere spelers bij strokeplay.

1.1

Het golfspel

Golf wordt gespeeld door je bal te slaan met een club en iedere hole begint op de afslagplaats en eindigt wanneer je bal is uitgeholed op de green.

Gewoonlijk speel je de baan zoals je hem aantreft en de bal zoals hij ligt.

 

1.2

Gedragsnormen

Van alle spelers wordt verwacht dat zij in de geest van het spel spelen, (“The Spirit of the Game”) door:

  • Integer te handelen – bijvoorbeeld door de regels te volgen, alle straffen toe te passen en in alle opzichten eerlijk te zijn tijdens het spel.

  • Rekening te houden met anderen – bijvoorbeeld door vlot door te spelen, de veiligheid van anderen in acht te nemen en een andere speler niet af te leiden bij het spel.

  • Goed voor de baan  te zorgen – bijvoorbeeld door plaggen terug te leggen, bunkers aan te harken, pitchmarks te repareren en geen onnodige schade aan de baan te veroorzaken.

Je behoort na te gaan of de Commissie gedragsregels heeft vastgesteld, omdat je een straf zou kunnen oplopen als je je daar niet aan houdt.

 

1.3

Spelen volgens de regels

Je wordt geacht te weten wanneer je een regel hebt overtreden en zelf je straffen eerlijk toe te passen.

Je mag een referee of de Commissie vragen om te helpen met de regels, maar als er binnen redelijke tijd geen hulp beschikbaar is moet je doorspelen en de kwestie later voorleggen.

Er zijn momenten dat je iets bij benadering moet vaststellen, zoals de plek waar je je bal moet terugplaatsen, het punt waar je bal het laatst de grens van een hindernis heeft gekruist of wanneer je iets volgens de regels wilt ontwijken. Je wordt geacht alle beschikbare informatie in overweging te nemen en om gegeven de omstandigheden een redelijke beoordeling te maken.

Een straf is van toepassing wanneer een regelovertreding het gevolg is van jouw eigen handelen, het handelen van jouw caddie of van een andere persoon die in jouw opdracht of medeweten handelt.

Straffen zijn bedoeld om een mogelijk voordeel weg te nemen. Er zijn drie niveaus van straffen:

  • Eén strafslag: geldt zowel bij matchplay als bij strokeplay.

  • Algemene straf: verlies van de hole bij matchplay en twee strafslagen bij strokeplay.

  • Diskwalificatie: geldt zowel bij matchplay als bij strokeplay.

 
 

Regel 2 introduceert de hoofdzaken die je van de baan moet weten:

  • De baan bestaat uit vijf gedefinieerde gebieden.

  • er zijn verschillende soorten gedefinieerde objecten en omstandigheden die je spel kunnen belemmeren.

Het is belangrijk om te weten in welk gebied van de baan je bal ligt en de aard van alle belemmerende factoren en omstandigheden, omdat die vaak bepalend zijn voor hoe je je bal kunt spelen of een belemmering kunt ontwijken.

2.1

Baanbegrenzingen en out-of-bounds

Golf wordt gespeeld op een baan. Gebieden die niet op de baan liggen zijn buiten de baan (out-of-bounds).

2.2

Gedefinieerde gebieden van de baan

De baan bestaat uit vijf gebieden. Het algemene gebied beslaat de hele baan behalve de vier speciale gebieden. De vier speciale gebieden zijn:

  • De afslagplaats van de hole die je speelt (Regel 6.2);

  • Alle hindernissen (Regel 17).

  • Alle bunkers (Regel 12).

  • De green van de hole die je speelt (Regel 13).

Het is belangrijk om te weten in welk gebied van de baan je bal ligt, omdat dat bepaalt welke regels van toepassing zijn op je spel of het ontwijken van een belemmering.

Zie volledige regels Voor meer informatie over hoe te handelen wanneer een bal op twee gebieden van de baan ligt.

 

 

2.3

Voorwerpen en omstandigheden die je spel kunnen belemmeren

In de meeste gevallen mag je, zonder straf, de belemmering ontwijken door:

  • Losse natuurlijke voorwerpen (Regel 15.1).

  • Losse obstakels (Regel 15.2).

  • Abnormale baanomstandigheden. Dit zijn gaten gegraven door dierengrond in bewerking (GUR), vaste obstakels en tijdelijk water (Regel 16.1).

Echter out-of-bounds markeringen of integrale delen van de baan die je spel belemmeren mag je niet zonder straf ontwijken.

 

2.4

Verboden speelzones

Een verboden speelzone is een deel van de baan waaruit je je bal niet mag spelen. Je moet een dergelijk gebied ook ontwijken wanneer je een bal buiten die verboden speelzone gaat spelen, maar die verboden speelzone wel je stand of de ruimte voor je voorgenomen swing belemmert.

 
 
 
 

Regel 3 behandelt de drie basiselementen van alle golfwedstrijden:

  • Er wordt matchplay of strokeplay gespeeld.

  • Een speler speelt alleen of met een partner als één partij.

  • De score is of een brutoscore (zonder toepassing van handicapslagen) of een nettoscore (met toepassing van handicapslagen).

3.1

Basiselementen van iedere wedstrijd

SpelvormenMatchplay en strokeplay zijn totaal verschillende spelvormen:

  • Bij matchplay spelen jij en je tegenstander tegen elkaar op basis van gewonnen, verloren of gelijk gespeelde holes.

  • Bij de gewone vorm van strokeplay spelen alle spelers tegen elkaar op basis van de totale score van iedere speler (Regel 21 behandelt andere vormen van strokeplay waarbij op een andere manier de score wordt bepaald).

Je neemt individueel deel aan de wedstrijd, waarbij je alleen speelt, of met een partner met wie je samenspeelt als partij. Hoewel de Regels 1-20 zich richten op het individuele spel zijn zij ook van toepassing als er met een partner of in teamverband wordt gespeeld.

Bruto- of nettoscores. Bij een wedstrijd zonder handicapverrekening is de brutoscore voor een hole of de ronde je totale aantal slagen. Bij een wedstrijd met handicapverrekening is je nettoscore voor een hole of de ronde je brutoscore verminderd met jouw handicapslagen.

 

3.2

Matchplay

Doel van de regel: Matchplay heeft eigen regels (in het bijzonder over het geven van de volgende slag, hole of match en informatie geven over het aantal gespeelde slagen), omdat jij en je tegenstander:

  • Hole voor hole alleen tegen elkaar spelen.

  • elkaars spel kunnen waarnemen, en

  • ieder zijn eigen belangen kan behartigen.

a

Resultaat van hole of match

Bij matchplay wordt het resultaat van de hole of match als volgt bepaald:

  • Je wint een hole wanneer je de hole uitspeelt in minder slagen dan je tegenstander, je tegenstander je de hole geeft of je tegenstander de algemene straf (verlies van de hole) krijgt.

  • Je speelt gelijk (ook genoemd “halveert de hole”) wanneer jij en je tegenstander de hole met hetzelfde aantal slagen uitspelen.

  • Je wint de match wanneer je voorsprong op je tegenstander meer holes bedraagt dan er nog te spelen zijn, je tegenstander je de match geeft of je tegenstander wordt gediskwalificeerd.

  • Als je match in een gelijkspel eindigt (ook genoemd “All Square”) en je een winnaar moet vaststellen, wordt de match telkens met een hole verlengd tot er een winnaar is.

b

Geven van de volgende slag, hole of match

Je mag je tegenstander de volgende slag, hole of match geven, maar dat geldt alleen wanneer dat goed duidelijk is gemaakt.

Het geven van een slag, hole of match is definitief; je kunt dat niet herroepen en de tegenstander kan het niet afwijzen.

Zie volledige regels Voor meer informatie over het geven van de volgende slag, hole of match.

 

c
Handicaps verrekenen in een handicap-match

Jij en je tegenstander behoren elkaar voor de match te vertellen wat je handicap is. Als je een verkeerde handicap opgeeft en de fout niet herstelt voordat je tegenstander een slag doet:

  • Ben je gediskwalificeerd als de opgegeven handicap te hoog is en dit het aantal slagen dat je krijgt of geeft beïnvloedt.
  • Moet je spelen van die lagere handicap, zonder straf, als de opgegeven handicap te laag is.

Handicapslagen worden per hole gegeven en de laagste nettoscore wint de hole. Als een match die gelijk geëindigd is wordt verlengd, worden de handicapslagen gegeven per hole op dezelfde wijze als eerder in de ronde.

Zie volledige regels Voor meer informatie over het toepassen van handicaps bij een match.

 
d
Jouw verantwoordelijkheden bij matchplay

Jij bent verantwoordelijk om:

  • Je tegenstander het juiste aantal slagen dat je hebt gedaan te melden wanneer hierom gevraagd wordt;
  • Je tegenstander zo snel als redelijkerwijs mogelijk is te informeren over een straf die je hebt opgelopen, en
  • de stand van de match te weten.

Bij een match behoor je je eigen rechten en belangen volgens de regels te beschermen:

  • Als je weet of van mening bent dat je tegenstander een regel waar een straf op staat heeft overtreden, kun je daarnaar handelen of ervoor kiezen het te negeren.
  • Echter als jij en je tegenstander met opzet overeenkomen een overtreding of straf te negeren, waarvan jullie beiden weten dat die van toepassing is, worden jullie beiden gediskwalificeerd.
  • Als jij en je tegenstander van mening verschillen of een van jullie een regel heeft overtreden, kun je je rechten beschermen door een uitspraak (van een referee of de Commissie) te vragen.

Zie volledige regels Voor meer informatie over verantwoordelijkheden en wanneer er een straf staat op het melden van het verkeerde aantal slagen of je tegenstander niet te informeren over een straf.

 
3.3

Strokeplay

Doel van de regel: strokeplay heeft eigen regels (in het bijzonder voor scorekaarten en uitholen), omdat:

  • je tegen alle andere spelers in de wedstrijd speelt, en

  • Alle spelers volgens de regels gelijk moeten worden behandeld.

Na de ronde moeten jij en je marker ervoor tekenen dat de score op iedere hole juist is en moet je de scorekaart bij de Commissie inleveren.

 

 

a
Winnaar bij strokeplay

De speler die alle ronden in het laagste totaal aantal slagen uitspeelt is de winnaar.

 
b

Scoren bij strokeplay

Verantwoordelijkheid van de marker. Gedurende de ronde behoort de marker na iedere hole het aantal slagen dat jij op die hole hebt gedaan te bevestigen en dat brutoresultaat op de scorekaart in te vullen.

Wanneer de ronde is afgelopen, moet de marker de scores op jouw scorekaart controleren en ervoor tekenen. Als je meer dan één marker hebt gehad, moet elke marker tekenen voor de scores op de holes waar hij of zij jouw marker was.

Jouw verantwoordelijkheid. Wanneer de ronde is afgelopen, dan:

  • Behoor je de scores die je marker voor de holes heeft ingevuld zorgvuldig te controleren en iedere eventuele kwestie aan de Commissie voor te leggen;

  • Moet je ervoor zorgen dat je marker de scores op jouw scorekaart controleert en ervoor tekent;

  • Mag je een score die je marker voor een hole heeft genoteerd niet veranderen, behalve met toestemming van de marker of de Commissie, en

  • Moet je tekenen voor de scores per hole op de scorekaart en die direct inleveren bij de Commissie, waarna je je scorekaart niet meer mag veranderen.

Als je aan een van deze eisen niet voldoet, word je gediskwalificeerd.

Verkeerde score voor een hole. Als je een scorekaart inlevert met een verkeerde score voor een hole:

  • Telt de score die je voor de hole hebt ingeleverd als deze hoger is dan de werkelijke score.
  • Word je gediskwalificeerd als de ingeleverde score voor een hole lager is dan de werkelijke score of als er geen score is ingeleverd voor een hole.

Scores bij een handicap wedstrijd. Je bent ervoor verantwoordelijk je ervan te verzekeren dat je handicap op je scorekaart is vermeld. Als je een scorekaart inlevert zonder de juiste handicap:

  • Word je voor de wedstrijd met handicapverrekening gediskwalificeerd als de handicap op je scorekaart te hoog is en dit het aantal slagen dat je krijgt beïnvloedt, of als er geen handicap is vermeld.
  • Telt de nettoscore met gebruik van de lage handicap, zonder straf, als de handicap op je scorekaart te laag is.

Zie volledige regels Voor meer informatie over de uitzondering wanneer je een onbekende straf niet hebt meegeteld op je scorekaart.

 
c

Niet uitholen

Je moet op iedere hole in een ronde uitholen. Als je dat nalaat, moet je die fout herstellen voordat je afslaat op een volgende hole of voordat je je scorekaart inlevert na de laatste hole van de ronde.

Als je de fout niet op tijd herstelt, word je gediskwalificeerd.

 
 
 
 

Regel 4 beschrijft welke uitrusting je tijdens je ronde mag gebruiken. Aangezien golf is gebaseerd op het principe dat het spel een uitdaging vormt, waarbij succes afhangt van jouw oordeel, vaardigheid en mogelijkheden:

  • Moet de speler clubs en ballen gebruiken die aan de regels voldoen.

  • Mag je niet meer dan 14 clubs bij je hebben en mag je in principe beschadigde of verloren clubs niet vervangen.

  • Geldt er een beperking voor het gebruik van andere uitrusting die kunstmatige hulp bij het spel biedt.

4.1

Clubs

a

Clubs waarmee een slag mag worden gedaan

Je moet een club gebruiken die voldoet aan de eisen zoals beschreven in de regels voor uitrusting.

Als jouw club die aan de regels voldoet beschadigd raakt tijdens je ronde of terwijl het spel is gestaakt, mag je slagen blijven doen met de beschadigde club tijdens het vervolg van de ronde of mag je de club repareren door hem zo goed mogelijk terug te brengen in de staat waarin de club zich bevond voordat de schade optrad.

Zie volledige regels Voor meer informatie over beperkingen voor het repareren van schade en het opzettelijk veranderen van de speelkenmerken van een club.

Straf voor overtreden van Regel 4.1a bij het doen van een slag: diskwalificatie.

 

b

Maximum van 14 clubs; Clubs samen gebruiken, toevoegen of vervangen tijdens de ronde

Je mag een ronde niet beginnen met meer dan 14 clubs of meer dan 14 clubs bij je hebben tijdens de ronde.

Als je een ronde begint met minder dan 14 clubs, mag je clubs toevoegen tijdens de ronde tot het maximum van 14 clubs.

Wanneer je merkt dat je deze regel hebt overtreden, omdat je meer dan 14 clubs bij je hebt, moet je de boventallige club of clubs uit het spel nemen volgens de procedure in Regel 4.1c.

Zie volledige regels Voor meer informatie over het samen gebruiken, het toevoegen of het vervangen van clubs en de beperkte uitzondering wanneer jij de schade niet zelf hebt veroorzaakt.

Straf voor overtreding van Regel 4.1b: De straf wordt opgelegd op basis van het moment waarop je de overtreding opmerkt:

  • Tijdens het spelen van een hole. de straf wordt opgelegd aan het eind van de hole die je speelt. Bij matchplay moet je de hole afmaken en de stand van de match vaststellen aan de hand van die hole en vervolgens de straf toepassen om de stand van de match aan te passen.

  • Tussen twee holes: De straf wordt toegepast op de hole die net is uitgespeeld, niet op de volgende hole.

Straf bij matchplay – De stand van de match wordt aangepast door holes af te trekken met een maximum van twee holes:

  • Dit is een straf die wordt toegepast op de stand van de match – dat is niet hetzelfde als een straf van verlies van de hole.

  • Aan het eind van de hole die je speelt of net hebt uitgespeeld, wordt de stand van de match aangepast door één hole af te trekken voor iedere hole waarop de overtreding plaatsvond met een maximum aftrek van twee holes voor de ronde.

  • Als je bijvoorbeeld bent begonnen met 15 clubs en de overtreding op de 3e hole hebt opgemerkt en dan die hole wint om drie up te staan in de match, is het maximum van twee holes aftrek van toepassing en zou je nu één up staan in de match.

Straf bij strokeplay – twee strafslagen met een maximum van vier slagen: Je krijgt de algemene straf (twee strafslagen) voor iedere hole waarop de overtreding plaatsvond met een maximum van vier strafslagen voor de ronde (waarbij je twee strafslagen telt bij de eerste twee holes waarop de overtreding plaatsvond).

 

c

Procedure om clubs uit het spel te nemen

Wanneer je tijdens een ronde merkt dat je meer dan 14 clubs bij je hebt of dat je een slag gedaan hebt met een club van een andere speler, moet je onmiddellijk zodanig handelen dat het duidelijk is welke club je uit het spel neemt (zoals door een andere speler op de hoogte te stellen of de club ondersteboven in je tas te zetten).

Straf voor het niet onmiddellijk aanduiden van elke club die je uit het spel neemt: diskwalificatie.

Zie volledige regels Voor meer informatie over een club uit het spel nemen vlak voordat je je ronde start.

 

4.2

Ballen

 

 

a

Ballen die zijn toegestaan om een ronde mee te spelen

Je moet een bal gebruiken die voldoet aan de eisen zoals beschreven in de regels voor uitrusting. Je mag van iedereen een bal die aan de regels voldoet krijgen om mee te spelen, ook van een andere speler op de baan.

Je mag geen slag doen met een bal waarvan de speelkenmerken opzettelijk zijn veranderd.

Straf voor overtreden van Regel 4.2a bij het doen van een slag: diskwalificatie.

 

b

De bal breekt in stukken bij het spelen van een hole

Zie volledige regels Voor meer informatie over de handelwijze wanneer een bal in stukken breekt tijdens het spelen van een hole.

 

c

De bal raakt ingesneden of barst bij het spelen van een hole

Als je redenen hebt om te denken dat je bal tijdens het spelen van een hole is ingesneden of gebarsten, mag je hem voor controle opnemen. Eerst moet je de plaats van de bal markeren en hem dan opnemen zonder hem schoon te maken (behalve op de green).

Als je de bal zonder gegronde redenen opneemt, de plek van de bal niet markeert voordat je hem opneemt of schoonmaakt wanneer dat niet is toegestaan, krijg je één strafslag.

Als het duidelijk waarneembaar is dat de oorspronkelijke bal is ingesneden of gebarsten en deze schade tijdens het spelen van de hole is ontstaan, mag je hem vervangen (door een andere bal terug te plaatsen op de oorspronkelijke plaats), maar niet als hij alleen krassen of schrammen vertoont of als alleen de verf is beschadigd of verkleurd.

Straf voor het spelen van een vervangende bal die in strijd met de regels is ingebracht of het spelen van een verkeerde plaats in overtreding van Regel 4.2c: algemene straf.

 

4.3

Gebruik van uitrusting

Regel 4.3 is van toepassing op alle soorten uitrusting die je tijdens een ronde zou kunnen gebruiken.

Deze regel gaat alleen over de manier waarop je uitrusting gebruikt. Er worden geen beperking aangegeven voor de uitrusting die je tijdens je ronde bij je kunt hebben.

 

a

Toegestaan en verboden gebruik van uitrusting

Je mag uitrusting gebruiken tijdens een ronde om te helpen bij je spel, behalve wanneer dat een eventueel voordeel oplevert door:

  • Uitrusting te gebruiken (anders dan een club of een bal) die op kunstmatige wijze de benodigde vaardigheid en het beoordelingsvermogen, die wezenlijk zijn voor de uitdaging van het spel, vermindert of uitsluit.

  • Uitrusting te gebruiken (met inbegrip van een club of een bal) op een niet normale manier bij het doen van je slag. “Niet normale manier” betekent een manier die wezenlijk anders is dan bedoeld en die doorgaans niet erkend wordt als onderdeel van het golfspel.

Zie volledige regels Voor algemeen bekende voorbeelden van gebruik van uitrusting die wel en niet zijn toegestaan tijdens je ronde, zoals het gebruik van uitrusting voor het meten van afstanden of windrichting en windsterkte, het gebruik van een apparaat om de clubkeuze te adviseren of het gebruik van oefenmateriaal.

 

b

Uitrusting gebruikt om medische redenen

Zie volledige regels Voor informatie over een verzoek uitrusting te mogen gebruiken om medische redenen en de factoren die de Commissie in overweging behoort te nemen.

Straf voor overtreding van Regel 4.3:

  • Straf voor de eerste overtreding: algemene straf.

  • Straf voor de tweede overtreding: diskwalificatie. Er is een beperkt aantal gevallen waar de tweede overtreding als een gevolg van de eerste wordt beschouwd, waardoor alleen de algemene straf van toepassing is.